Utrechtse Kronieken
sleutels tot de Utrechtse geschiedenis
216 Domkapittel te Utrecht ( Het Utrechts Archief )
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Het kapittel en zijn leden
Het archief
Addendum
Inventaris
3. Beheer van de prebenden
De stukken in deze afdeling zijn voor het grootste deel testamenten. Een belangrijk aantal ervan bevat bepalingen omtrent de memorie van de overledenen, en deze documenten zouden dus kunnen worden beschouwd als eigendomsbewijzen van de renten, die in de kleine kamer worden verantwoord, maar zij behelzen meteen andere beschikkingen. Bovendien zijn de meeste testamenten in zeer algemene termen gesteld. Zij wijzen de executeurs aan en verwijzen voor het overige naar een cedel of naar cedelen, die soms wel, maar meestal niet bewaard zijn. De executeurs hadden onder meer de opdracht voor de memorie van de overledenen te zorgen. In de regel bevatten de testamenten dus geen omschrijving van de nagelaten goederen. Waar dit wel het geval is en de stukken voor het kapittel eigendomsbewijzen van landerijen geworden zijn, vindt men ze in de afdelingen van de erfpacht- en pachtgoederen.
Slechts zelden kan men ook opmaken, waaruit de renten werden gevonden. In het eerste charter in deze rubriek is sprake van een rente uit goederen te Bunschoten, in het charter in nr. 203 van renten uit goederen te Stoutenberg. In deze rubriek zijn ook stukken opgenomen, die betrekking hebben op de inkomsten van kanunniken uit de anderen hoofde dan uit hun prebenden, omdat de afscheiding van dergelijke stukken moeilijk zou zijn door te voeren. Men mag de aanwezigheid van zulke bescheiden in het domarchief beschouwen als een aanwijzing, dat zij door de handen van executeurs van de testamenten zijn begaan. De administratie van de prebenden kon alleen worden gevoerd door personen die een eed aan het kapittel hadden afgelegd. Zie de resoluties van het kapittel van 24 november 1623 en van 2 oktober 1758.
295 Cedel, behorende bij het testament van Gerardus Zoudenbalch, kanunnik van de Dom, 1524, met stukken betreffende de vereffening van de boedel voor de executeurs, 1525 i
216 Domkapittel te Utrecht
Inventaris
3. Beheer van de prebenden
295
Cedel, behorende bij het testament van Gerardus Zoudenbalch, kanunnik van de Dom, 1524, met stukken betreffende de vereffening van de boedel voor de executeurs, 1525
Omvang:
1 omslag
Reden geen uitleen:
Het stuk is digitaal beschikbaar

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Organisatie: Het Utrechts Archief
Bijlage
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1220-1811
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het kapittel van de Dom te Utrecht (722) 1220-1811 (1841)
Auteur:
K. Heeringa
Datering toegang:
1929
Datering bewerking:
2003
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
942 charters; 124 bladen kaarten; 22 bladen tekeningen; 170,28 m oude verpakking
Rubrieken: