708 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I') ( Het Utrechts Archief )
708
Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I')
Inleiding
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.070 gedigitaliseerd
totaal 18.992 bestanden
Inventaris
2. Archieven van de broederschappen, 1309-1657 (19e eeuw)
2.1. Toelichting
708 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I')
Inventaris
2. Archieven van de broederschappen, 1309-1657 (19e eeuw)
2.1.
Toelichting
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 29-07-2013
In de vier Utrechtse parochiekerken, en bij uitzondering ook in enkele kapittel- en kloosterkerken der stad, waren door vereenigingen van partikulieren tal van broederschappen gesticht, die voornamelijk de zorg voor de uitvaart harer leden bedoelden en bovendien in hare vergaderingen aanleiding vonden tot gezellige bijeenkomsten, soms ook tot het bevorderen van andere sociale en politieke bedoelingen. De Hervorming maakte het hoofddoel dezer broederschappen onmogelijk; de Raad heeft toen aanstonds maatregelen genomen, om de goederen, die dus geene bestemming meer hadden, voor verduistering te behoeden. Den 27en oktober, 13 november 1578 benoemde de Raad eene commissie voor het inventariseeren der broederschaps-goederen; den 29en december 1579 werd aangedrongen op spoed en bovendien op het overdragen van de goederen en de archieven aan de commissie, die ze beheeren zou; ook het Redressement van 1586 wenschte inventarisatie en beheer der goederen door den ontvanger. Maar al deze besluiten hebben niets gebaat; de inkomsten der broederschappen, die door verschillende raadsbesluiten van 1579 en ook nog door de Orde op de geestelijke goederen van 1580 bestemd waren voor de bezoldiging der predikanten, werden voortdurend door de besturen zelven geïnd en besteed.
Eerst 16/23 oktober 1615 besloot de Raad, de inkomsten der stichtingen te bestemmen voor de oprichting van een tuchthuis, en om daartoe alles te doen overdragen aan een door de stad benoemden rentmeester, die volgens resolutie van 20 januari 1617 bijgestaan zou worden door Burgemeesteren en twee schepenen. Lange jaren heeft deze rentmeester het beheer gevoerd; over de inkomsten beschikte de stad tot verschillende doeleinden. Sedert 1633 werd (vlg. Vroedsch. resolutiën van 6 aug., 23 sept. en 4 nov. 1633) een groot deel daarvan bestemd ten bate van de nieuwe Illustre school, later Akademie. In 1655 werden de tot het rentambt behoorende landerijen alle verkocht; de opbrengst werd bij den Ien kameraar gestort. Bij Vroedschaps-resolutie van 8 december 1656, 26 september 1657 werd toen besloten tot opheffing van het rentambt; het beheer van de nog overige kleine postjes werd opgedragen aan den rentmeester van het begijnhuis van St. Maria Magdalena.
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.070 gedigitaliseerd
totaal 18.992 bestanden
Bijlage
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.070 gedigitaliseerd
totaal 18.992 bestanden
Kenmerken
Datering:
1284-1813
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorend aan de stad ('Bewaarde Archieven I'), 1284-1813 (1885)
Auteur:
S. Muller Fz.
Datering toegang:
1913
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
38,5 m
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.070 gedigitaliseerd
totaal 18.992 bestanden