Utrechtse Kronieken
sleutels tot de Utrechtse geschiedenis
Uw zoekacties: Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behoren...

708 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I') ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
708   Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I')
Inleiding
Oorspronkelijke inleiding
Bewerkingsgeschiedenis
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.069 gedigitaliseerd
totaal 18.873 bestanden
Inventaris
1. Archieven van de gilden, 1341-1798 (1883)
2. Archieven van de broederschappen, 1309-1657 (19e eeuw)
3. Archieven van de godshuizen en fundaties, 1307-1813 (1885)
4. Archieven van kloosters, 1284-1803
4.1. Toelichting
4.2. Mannenkloosters
4.3. Vrouwenkloosters
4.4. Stukken waarvan onduidelijk is tot welk kloosterarchief ze behoren
N.B. Deze rubriek bevat nagenoeg uitsluitend charters uit de Cheltenhamse collectie (zie de toelichting op de archieven van kloosters), die niet bij een der klooster-archieven terechtgebracht konden worden; daar de collectie te Cheltenham vermengd is met andere Utrechtse stukken, was het dus onmogelijk de herkomst daarvan nog te bepalen. Bij deze charters zijn gevoegd zeer enkele van de indertijd op den zolder van het stadhuis teruggevonden stukken (zie de 'Geschiedenis van het archief' in de inleiding op de inventaris van de archieven van het stadsbestuur van Utrecht 1122-1577)), die evenmin terechtgebracht konden worden. Deze stukken, die dus zeker tot het stadsarchief behooren, betreffen de inv.nrs. 1453-1455, 1457, 1467-1469, 1471, 1474, 1479-1480, 1482, 1486, 1489, 1502, 1504, 1511, 1523-1524. De stukken in deze rubriek zijn chronologisch gerangschikt.
1453 Schepenbrief van Utrecht, waarbij Engbrecht Cincke ten behoeve van Alaerd van den Vene en Ghisebrecht van Rutenbeke eene rente van 30 schellingen 's jaars vestigt op zijn huis aan de oostzijde van de Nieuwstraat, 1330 nov. 29 i
1454 Gerechtsbrief van het gerecht der St. Paulus-abdij, waarbij Mathies de Vole aan Aernoud Buddinxsone in erfpacht geeft een huis aan de oostzijde van de Nieuwstraat, 1345 mrt. 6 i
1455 Schepenbrief van Utrecht, waarbij Claes Peterssoen erkent schuldig te zijn aan Hubert Paye 6 ponden benevens 7 schellingen en 8 penningen aan kosten, 1391 april 6. Met akte, waarbij Hubert Paye voor deze schuld geëigend wordt aan de roerende goederen van Claes Peterssoen, aanwezig in diens huis in de Springwijk achter de Regulieren, 1391 okt. 7 i
1456 Stadbrief van Utrecht, waarbij Wouter Reynaerssoen en Johan en Johan van Blochoven, zijn zoon, aan Gherijd Bolle het recht van inbalking verleenen in den oostelijken muur van hunne kamers in de Middelstraat bij het Vleeschhuis, 1394 nov. 5 i
1457 Schepenbrief van Utrecht, waarbij Ghisebert de Gruter en Vrederic Marten zich verbinden Ghisebert Over de Vechte Henrixsoen te voldoen volgens de getransfigeerde (doch verloren) akte, 1395 nov. 9 i
1458-1458 Stadbrief van Utrecht, waarbij Wouter de Roeze overdraagt aan Dirc van der A een gedeelte ter grootte van 1 roede van het naast Dirc's huis gelegen erf, dat hij van dezen in erfpacht heeft 1410. Hierbij een stadbrief, waarbij Claes Henrixzoen van de Oestenlande van Remmerswale ten behoeve van Jacob Dircszoen van der A afstand doet van de erfenis van Dirc van der A, 1412
1459 Gerechtsbrief van Lopik, waarbij Aef Aernt Panneel's dochter aan Jan Bergherssoen van Scoenhoven 3 morgen land aldaar opdraagt en Jan Bergherssoen haar deze 3 morgen wederom in erfpacht geeft, 1411 mrt. 10 i
1460 Leenbrief, waarbij bisschop Frederik van Blankenheim in leen geeft aan Johan Nijpiser de korentienden en den smallen tiend van 2 hoeven land te Zeist, 1414 aug. 31 i
1461 Schepenbrief van Utrecht, waarbij Godevaert Heynensoen aan zijne dochter Gheertruud 26 gouden Engelse nobelen praelegateert, 1415 jan. 8 i
1462-1462 Eigendomsbewijzen van 3 morgen land te Lopik, bij de jongste akte overgedragen aan Willem Schade van Tulle, 1357-1420. Hierbij een akte, waarbij Wessel Zuermont en Ermbrecht Over Rijn de nalatenschap van Willem Scade verdeelen, 1436
1463 Leenbrief van het leenhof van Dirc van Zulen en van der Zevender, waarbij Gheriit Jan Zweerszoenszoen aan Dirc van Zulen en van der Zevender opdraagt de leenweer van 6 morgen land te Haanwijk, gemeen liggende met nog 6 morgen, 1420 nov. 29 i
1464 Gerechtsbrief van de Weerd, waarbij Jacob Vrederixzoen aan Lubbert de Jonghe overdraagt het goed, vermeld in de getransfigeerde (doch verloren) gerechtsbrief, 1420 dec. 2 i
1465 Gerechtsbrief van Oudenrijn, waarbij Elsabe, weduwe van Jacob van Zulen en van Nyevelt, aan Egbert van Gruenenberch opdraagt 3 morgen land, gelegen in een weer land van 12 morgen aldaar, 1422 dec. 26 i
1466 Gerechtsbrief van Maarssenbroek, waarbij Dirc van Zulen c.s. aan Willam Ghiisbertssoen opdragen een viertel land aldaar, 1426 mrt. 20 i
1467-1467 Renversaal en erfpachtbrieven betreffende drie hofsteden in de Nieuwe Weerd, eigendom van Jacob die Wale, 1406, 1434
1468-1468 Stadbrief van Utrecht, waarbij Lambert Ludekiinszoen aan Bertelmeeus Johanszoen overdraagt een huis, nader omschreven in de getransfigeerde (doch verloren) stadbrief, 1423. Met schepenbrief, waarbij Bertelmeeus Janssoen het huis overdraagt aan Nelle Heynric Daemssoen dochter, 1435
1469-1469 Akten van verkoop van de erfpacht van ½ hoeve land te Oudwulven, bij de jongste akte aan Ghijsbert de Craen Roelofszoen, 1399, 1437. Hierbij gerechtsbrief van Oudwulverbroek, waarbij Zweder Henric Buddincssoen aan Gijsbert de Crane Roelofssoen verschillende uitgangen uit deze ½ hoeve land overdraagt, 1432
1470 Akte, waarbij het convent der Regulieren te Utrecht te behoeve van Claes Willemssoen afstand doet van zijn recht op een stuk land aan de Vlist, door hem van het convent tot nog toe in erfpacht gehouden, 1439 jan. 5 i
1471 Stadbrief van Utrecht, waarbij Johan Pouwelssoen en Johan Schutter Beerntssoen aan Willam van Wijck Wouterssoen overdragen de erfpacht eener hofstede tusschen het huis Then Herte en de Hartsteeg, 1439 nov. 19 i
1472 Stadbrief van Utrecht, waarbij Reyner Willamssoen aan Henric Gelissoen overdraagt een huis, vermeld in de getransfigeerde (doch verloren) stadbrief, 1443 mei 9 i
1473 Schepenbrief van Utrecht, waarbij Johan de molenaar aan Cornelis Willamssoen overdraagt een huis, vermeld in de getransfigeerde (doch verloren) stadbrief met zijn transfix, 1444 mrt. 24 i
1474-1474 Stadbrief van Utrecht, waarbij Henric Scutter aan Jan Gijsbertssoen van Cortehoeve overdraagt de erfpacht van eene hofstede aan het zuideinde van de Louwersteeg, 1444. Hierbij een eigendomsbewijs van dit perceel, 1328
1474-x Stadbrief van Utrecht, waarbij Heynric Gherstman aan Claes van Galencoep overdraagt twee renten van 1½ en van 2 pond, gaande uit een huis (het Panssert) op het eind van de straat, loopende van het Oudkerkhof naar de Ganzenmarkt (Korte Minrebroedersstraat), 1446 juli 21 i
1475 Akte, waarbij broeder Thomas, minister van het Tertiarissen-convent op St. Janskamp bij Vollenhove, aan Bruno van Rijswijck deel schenkt aan alle missen en goede werken van het convent en hem belooft, dat dagelijks voor hem en zijne beide echtgenooten missen gelezen zullen worden en dat zijne uitvaart zal gevierd worden als die van een der broeders, 1449 april 23 i
1476-1476 Eigendomsbewijzen van een akker land te Honswijk, bij de jongste akte overgedragen aan Claes van Tessell, 1446, 1449
1477-1477 Schepenbrief van Utrecht, waarbij Dirck de Jong geëigend wordt aan het roerend goed van Jan van Renesse van Wulven, aanwezig in diens huis in de Minrebroederstraat, voor een schuld van 46 pond Vlaamsche grooten benevens 1 pond 10 schellingen 4 penningen aan kosten, 1449. Hierbij twee stadbrieven van Kampen, waarbij Johan van Rynesse van Wulven een huis met nog vijf kamers en Johan van Rynesse van Zulen een huis met nog zes kamers aan de Minrebroederstraat te Utrecht opdragen aan Dierec de Jonge en gemachtigden benoemen om deze huizen voor het gerecht van Utrecht aan hem over te dragen, 1450, en een akte, waarbij Weernaer van Lichtenberch aan Evert die Jonge vergunt, het water van diens huis in de Minrebroederstraat over zijn erf te doen loopen, 1464
1478 Akte, waarbij Gheerijt Gheerijtsz. verklaart met zijn schoonzoon Heynric Gheerijtsz. afgerekend te hebben wegens de erfenis zijner schoonmoeder en wegens zijne huwelijksgift, bepaaldelijk betreffende 5 morgen min 1 hont land in een kamp van 7 morgen in het ambacht van Vlaardingen, die hij levenslang van Heynric Gheerijtsz. in huur zal houden, 1455. Afschrift. Hierbij eene aanteekening, dat van de 7 morgen, waarin dit land ligt, 3 morgen aan 'het convent' behooren, als gekomen van zuster Fye Heynricsdochter, en het overige aan Gheerijt Heynricsz., z.j.
1479 Gerechtsbrief van Oudwulven, waarbij Alijt, weduwe van Willam van Ghent, en haar zoon Heynrick aan Herman Goyertszoen overdragen 1 morgen land aldaar, 1461 juni 16 i
1480 Stadbrief van Utrecht, waarbij Johan Knoep en Ghijsbert Aerntssoen van Schalcwijk eene overeenkomst aangaan over de goot tusschen hun beider huizen in de Lijnmarkt, 1464 aug. 9 i
1481-1481 Eigendomsbewijzen van 2 en 4 morgen land te Maarssenbroek, bij de jongste akten overgedragen aan Gosen Peterssoen, 1445-1466
1482 Lijfrentebrief van 10 Rijnse guldens 's jaars, door de stad Nijmegen uitgegeven ten behoeve van Nelle Willemsdochter van Borchstede, 1467 juni 28 i
1483 Akten van overdracht van de erfpacht van het huis den Ouden Spieghel aan de noordzijde van het Buurkerkhof onder de Schoenmakershal, bij de jongste akte aan Wouter Gherijtssoen, 1401 sept. 27 en 1471 jan. 8 i
1484 Scheidingsakte van de nalatenschap van Ghijsbert de Gruter en zijne tweede vrouw Anna, waarbij, o.a. toegescheiden worden aan Johan de Gruter de erfpachtcanons uit een huis in den Regenboog en uit het huis die Sterre op de plaats, aan Ghijsbert de Gruter het goed Vogelspoell, aan Anthonijs de Gruter de helft van Witkenshoeve te Werkhoven en aan de vier jongste kinderen verschillende perceelen in de Lage Weide, te Zwezereng en te Gerverskop, 1472 okt. 4 i
1485 Aflaatbrief van Johannes de Cardona, stadhouder van het Johannieter-convent op Rhodos, voor den geestelijke Ygidius de Haer, 1480 sept. 8. Gedrukt i
1486 Eigendomsbewijzen van een huis in de Viesteeg te Utrecht, bij de jongste akte overgedragen aan Heinrick Aerntszoen, 1443 juli 18 en 1481 nov. 6 i
1487-1487 Akten, waarbij Delyaen Jacob Lumenzoensdochter, weduwe van Dirck van Dolre, Beernt Proeys Aelbertsz. en Gheertruyt Jacop Lumenszoensdochter, weduwe van Johan van Ryetvelt, afstand doen van de nalatenschap van Mechtelt, weduwe van Jan Mouwer, welke nalatenschap hare executeurs volgens haar testament tot vrome doeleinden zullen besteden, o.a. voor het klooster en gasthuis te Culemborg, 1483, 1484
1488 Stadbrief van Utrecht, waarbij 1/4 van eene rente, vermeld in twee getransfigeerde (doch verloren) stadbrieven met hunne transfixen, overgedragen wordt aan Dirck Rycoutsoen, 1485 april 7 i
1489 Erfpachtbrief betreffende een hof aan de Kruisstraat op den hoek van den stadsmuur te Utrecht, door het St. Catharijne-klooster in erfpacht gegeven aan Claes Brouwer Janz, 1486 mrt. 17 i
1490-1490 Eigendomsbewijzen van 9 morgen land op Neder-Bijleveld, bij de jongste akte overgedragen aan Florys Gijsbertssoen, 1492, 1494
1491 Testament van Maritgen, weduwe van Jacob Harmanss, waarbij zij o.a. verschillende goederen vermaakt aan den pater Florys Symonssoen, aan de mater, de kerk, de ziekenkamer en zusters van 'het convent', (2e helft 15e eeuw)
1492 Stadbrief van Utrecht, waarbij Aelbert Aelbertzoen ten behoeve van Joest Janzoen eene rente vestigt van 2 Rijnse guldens 's jaars, losbaar tegen den zestienden penning, 1501 mei 11 i
1493 Lijfrentebrief van 6 pond 's jaars, door de stad Utrecht uitgegeven aan Beatris van Cralingen ten lijve van hare dochter Balich, 1503 april 15 i
1494 Stadbrief van Utrecht, waarbij Bernt Proeys zijne vrouw Korstijn, Jan van Middel en Borgart van Inscoten, kerkmeesters te Deventer, en Laurens Matthijss. van Oeyen machtigt om zijne zaken in Overijssel waar te nemen, 1503 juli 6 i
1495 Akte, waarbij Gijsbert Peter Goyertszoenszoen, voor het geval dat hij zonder kinderen sterft, 200 Rijnse guldens vermaakt aan de erfgenamen van Florys Gijsbertssoen, die hem de helft van de nalatenschap van zijn grootvader Goyert Peterszoen hebben overgedragen, 1504 mei 6 i
1496 Schepenbrief van Utrecht, waarbij Volken Bott en Aefgen dochter van Steven van Oudewater, ten verzoeke van Heylwich weduwe van Hermen van Oudewater, verklaren, dat zij noch aan den heer van Montfoort, noch aan Steven van Oudewater toestemming gegeven hebben, om 11 morgen land aan De Meern bij het huis ten Nyevelt, behoord hebbende aan Hermen van Oudewater, aan te tasten, 1504 dec. 2 i
1497 Stadbrief van Utrecht, waarbij Willem Ghiisbertssoen en Gherijt Aerntssoen aan Tyelman Gosenszoen overdragen een huis op het Zand aldaar, 1507 sept. 16 i
1498 Gerechtsbrief van Neerlangbroek, waarbij Johan van Dompselaer voor de schade, die hij lijdt door de weigering van de erfgenamen van Engbert van Zulen om hem de aflossing te vergunnen van een schuld, waarvoor zeker viertel land verpand is, geëigend wordt aan de pacht-penningen, door Ot van Bemmel als pachter van dit viertel land aan genoemde erfgenamen verschuldigd, 1507 z.d.
1499 Gerechtsbrief van het Nedereind van Jutphaas, waarbij Jan Over de Vecht aan Gherijt van Zuylen van Nyevelt in erfpacht geeft 14 morgen land aldaar, waarvan laatstgenoemde hem den eigendom heeft overgedragen, 1508 aug. 31 i
1500-1500 Eigendomsbewijzen van eene hoeve land bij de Veenbrug aan de oostzijde van de Vecht bij het slot Vreeland, toebehoorende aan Ghijsbert van der A Heynrickssoen, 1513, 1514
1501 Gerechtsbrief van Leersum, waarbij Merye, weduwe van Gerit Zweerssoen, een maaggescheid maakt met de voorkinderen van haar overleden man en met den momber van hare kinderen, waarbij o.a. bepalingen gemaakt worden over het gezamenlijk met hare kinderen verhuren van een stuk land, 1515 nov. 12 i
1502 Renversaal betreffende 7 morgen 2 hont land genaamd Hairvelt op de Lage Haar en 16 morgen land te Nieuwkoop, door Evert Zoudenbalch verpacht aan Gerijt Janss. Botterman, 1516 dec. 27 i
1503 Rentebrief van 2 Rijnse guldens 's jaars, losbaar tegen den zestienden penning, door Claes Willemsz. van der Ancxster gevestigd ten behoeve van Claes Goeyertss, 1516 febr. 25 i
1504 Stadbrief van Utrecht, waarbij de priester Abraham van Valkendaell aan zijn broeder Johan van Valkendaell overdraagt eene rente van 4 pond 's jaars, gaande uit een huis Onder de Schoenmakershal, waarvan de beterschap toebehoort aan Henrick Gheritsoen die Ridder, 1517 aug. 4 i
1505 Stadbrief van Utrecht, waarbij Erst van Amerongen ten behoeve van Gheerloff die Wit eene rente vestigt van 5 gouden Filipsguldens 's jaars, losbaar met 100 guldens, 1520 juli 31 i
1506 Stadbrief van Utrecht, waarbij Lijsbet, dochter van Willem Henricss. die Bode ten behoeve van Henrick Janss. van Westrenen eene rente vestigt van 1 gulden 's jaars, losbaar tegen den zestienden penning, 1529 mrt. 23 i
1507 Transportbrief betreffende een huis in de Nieuwstraat tegenover het Vleeschhuis te Utrecht, door de broederschap van Onze Lieve Vrouwen-Visitatie in de Cellebroederskerk overgedragen aan Peter wte Weerde, 1536 juli 27 i
1508 Transportbrief betreffende een kamp land aan den Bisschopsweg onder Eembrug, door Heynrick Cornelisz. en Gherrijt Reyersz. overgedragen aan Heynrick Geerloffsz, 1538 febr. 12 i
1509 Stadbrief van Utrecht, waarbij Ghijsbertgen dochter van Floris Ghijsbertssoen, weduwe van Herberen Willemss. van Culenborch, en hare zuster Alijdt geëigend worden aan een huis aan de Nieuwegracht aldaar, toebehoorende aan Johan Reaell, kanunnik ten Dom, wegens wanbetaling van de daaruit gaande rente van 4 gulden 3 stuivers en 4 wit, 1539 aug. 14 i
1510 Schepenbrief van Amersfoort, waarbij Steven, zoon van Lambert Moy aan Jan Craen overdraagt de helft van een hof op de Kamp in de St. Jansstraat aldaar, benevens eene rente van 1 Horentgens-gulden, gaande uit de andere helft van dien hof, 1542 jan. 18 i
1511 Akte, waarbij de pastoors der St. Nicolaas-kerk en het Karmelieten-klooster Goeyert Thomasz. machtigen, om aan Alpher Adriaenssoen over te dragen vier kamers in de Groote Eligensteeg te Utrecht, 1544 z.d. 25 i
1512-1512 Maaggescheid tusschen Mechtelt van Leeuwen, weduwe van Jan Dirckss. van Oudewater, en haar zoon Ghijsbert, 1546. Hierbij kwijting van Ghijsbert, zoon van Jan Dirckss. van Oudewater voor de ontvangst uit handen van zijne moeder Mechtelt van 100 gulden, in mindering van zijn aandeel in de erfenissen van zijn vader en zijne grootmoeder, 1546
1513 Scheidsrechtelijke uitspraak tusschen Adriaen van Oestrum en Berndt van Oestrum over twee hoeven land, leenroerig aan de Duitsche Orde, waarbij aan Adriaen onder zekere voorwaarden de keuze gelaten wordt, welke der beide hoeven hij bezitten zal (notariële akte), 1552 juli 29 i
1514 Dagvaarding van Wilhelmus Bossy, pastoor van Goudriaan, om te verschijnen voor den officiaal van den bisschop, als rechter in appel van den commissaris van den aartsdiaken van St. Marie, in het geschil tusschen hem (Bossy) en Wilhelmus Petri, wien door den commissaris het beheer der kerk van Goudriaan is opgedragen, 1555 febr. 13 i
1515 Transportbrief betreffende de helft van een huis aan de noordzijde van het Oudkerkhof te Utrecht, door Henrick Thoenissoen Buddinck c.s. opgedragen aan Gheridt Claessoen Voss, 1555 juni 20 i
1516 Transportbrief betreffende 2 morgen land te Neerlangbroek, door Cornelis Jacopss. van Velpen c.s. opgedragen aan Jan Willems., schout van Sterkenburg, 1557 nov. 16 i
1517 Transportbrief betreffende het huis Schinckellenborch aan de westzijde der Oudegracht tusschen de Bakkerbrug en de St. Jansbrug met drie kamers daarachter en drie huisjes in de Groote Eligensteeg te Utrecht, door Claes van Halderen, voor zoover zijn aandeel betreft, overgedragen aan zijne vrouw Heylwich, dochter van Wauter Bogaert, 1557 nov. 24 i
1518 Akte, waarbij Adryaen Henricxsoen van Bemmel tot zijnen procureur stelt Johan Zoetmont, 1561 jan. 7 i
1519 Kwijting van Dirck Willemss. en zijne vrouw Heynrickgen voor de ontvangst uit handen van Marten Janss. van de koopsom van een hof in de Nieuwe Weerd te Utrecht, 1561 april 5 i
1520 Transportbrief betreffende een huis in de Snippenvlucht op den hoek van de Lage Massegast te Utrecht, door Joost Henricxzoen en zijne vrouw Gerbrech opgedragen aan Wouter Janszoen van der Nykerck, 1567 mrt. 16 i
1521 Rentebrief van 12 Carolus-guldens 's jaars, losbaar met 200 guldens, door de voogden der kinderen van Jhr. Roeloff van Baern van Schoonauwen gevestigd ten behoeve van Weyndelmoet en Marie, kinderen van Dirck de Ruese, in mindering van de aan Jhr. Van Baern's weduwe toekomende waarde van een huis op Rijsbrug te Bunnik, 1567 sept. 24 i
1522 Leenbrief, waarbij de voogd van Gherrit Aertss. van Ruempst, erfgenaam van het leen genaamd Ruemshofstede groot 24 morgen onder Houten, diens broeder Aert met 5 morgen daarvan in achterleen beleent, 1576 febr. 7 i
1523 Decreetbrief van het Hof van Utrecht, waarbij de weduwe van Peter Foeyt geëigend wordt aan een huis aan de zuidzijde van de Roden-burgerstraat te Utrecht, toebehoord hebbende aan Evert Janss. van Angeren, 1572 mrt. 17 i
1524 Stadbrief van Utrecht, waarbij Margriet Petersdochter, weduwe van Gijsbert van Suylen, erkent schuldig te zijn aan Goert Bogaert 1200 gulden, als rest der koopsom van een huis aan de Ganzenmarkt met een achterhuis aan de Neude aldaar, en voor de voldoening daarvan dit huis en nog twee huizen aan de Neude op den hoek van de Drakenburgsteeg verbindt, 1575 mrt. 22 i
1525 Rentebrief van 3 Carolus-guldens 's jaars, losbaar met 50 guldens, door Egbert Heynrickss. gevestigd ten behoeve van Henrick Claess. van Hamelenberch, 1579 febr. 1 i
1526 Verklaring van den landmeter Jan Willemss., dat hij een perceel land in Horstweerd, laatstelijk gebruikt door Henryck Lambertss., opgemeten en het 26 morgen 96 roeden groot bevonden heeft, 1579
1527 Kwijting van den kameraar der Gelderse en Rhenense venen voor de ontvangst uit handen van Herman Jansen van 7 guldens 10 stuivers voor de zetting van 10 stuivers per roede over 15 roeden veen, 1590
1528 Rentebrief van 37 Carolus-guldens 10 stuivers 's jaars, losbaar met 600 guldens, door Beernt Vyten Enghe gevestigd ten behoeve van Yda Roelosffsdochter, weduwe van Jan van Botteycken, 1594 jan. 1 i
1529 Rentebrief van 18 guldens 15 stuivers 's jaars, door Joahanna van Schroyesteyn, weduwe van Mr. Gerrit Knoop, gevestigd ten behoeve van Cornelia Dirck Harmanss. dochter, weduwe van Willem van Wee, wegens eene schuld van 300 guldens voor geleverd bier met accijns, 1594 mei 20 i
1530-1530 Leenbrief, waarbij Roeloff Janss. door Walraven van Brederode en Vianen verlijd wordt met de leenweer van 6 morgen land op Breudijksveld, na opdracht van Bardt Reyerss., 1596. Hierbij octrooi van Walraven van Brederode en Vianen voor Symon Claessen van Blanckendael, om over zijne na te laten goederen (waaronder blijkens aanteekening in dorso ook het land op Breydijk(sveld)) te beschikken, 1612
1531 Huwelijksvoorwaarden voor Willem Henrickss. en Maria dochter van Jan van Noort, 1597 april 12 i
1532 Transportbrief betreffende 4 hont land onder Hooglanden, door Peter Cornelis Neeff opgedragen aan Antonis Corneliss. Hack, 1597 okt. 24 i
1533 Akte, waarbij Drick van Haeften erkent schuldig te zijn aan Herbert van Haeften eene losrente van 6 guldens 5 stuivers 's jaars benevens eene lijfrente van 12 guldens 10 stuivers 's jaars ten lijve van diens kinderen Clemens en Willemptgen, te zamen losbaar met 200 guldens, 1598 sept. 21 i
1534 Concept-pachtbrief betreffende vier (niet nader omschreven) morgen land, door een niet nader aangeduid convent verhuurd aan Aert Adriaenz, (2e helft 16e eeuw)
708 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I')
Inventaris
4. Archieven van kloosters, 1284-1803
4.4. Stukken waarvan onduidelijk is tot welk kloosterarchief ze behoren
1534
Concept-pachtbrief betreffende vier (niet nader omschreven) morgen land, door een niet nader aangeduid convent verhuurd aan Aert Adriaenz, (2e helft 16e eeuw)
Datering:
(2e helft 16e eeuw)
Omvang:
1 stuk
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 29-07-2013
1535 Octrooi van het Hof van Utrecht voor Gerardt van Ruempst en zijne vrouw Anna Verheul, om over hunne na te laten goederen te beschikken, 1600 okt. i
1536 Stadbrief van Utrecht, waarbij Jan Corneliss. van de Vecht eene hofstede in de Snippenvlucht aldaar verbindt voor de voldoening van een koopmansbrief, door hem gepasseerd ten behoeve van Beerte van Meerten, weduwe van meester Anthonis Buyser, 1605 z.d. i
1537 Huwelijksvoorwaarden voor Willem Eernstensz. Pauw en Anna, dochter van Jelis van Sepperen, 1608 mrt. 5 i
1538 Rentebrief van 6 guldens 5 stuivers 's jaars, losbaar met 100 guldens, door Pauwels Willemss. van Paets gevestigd ten behoeve van Evert van Sypesteyn, 1620 juni 17 i
1539 Plechtbrief van 100 Carolus-guldens, door Cornelis Peterss. Brasser en zijne vrouw Annichgen Petersdochter ten behoeve van de diaconie der Gereformeerde kerk te Utrecht gevestigd op hun huis aan de zuidzijde der Vrouw Juttensteeg aldaar, 1623 nov. 9 i
1540-1540 Eigendomsbewijzen van 5 dammaten land, gemeen liggende in 16 dammaten, genaamd Witboomsland, onder Eembrug, bij de jongste akte door Jan Goriss. Verhoeff c.s. overgedragen aan Gerbrant de Beer, 1529, 1583, 1638. Hierbij de huwelijksvoorwaarden voor Gerbrandt Rutgersz. de Beer en Margaretha van Duverden, waarbij aan eerstgenoemde o.a. 3 dammaten, eveneens in Witboomsland gelegen, ten huwelijk worden gegeven, 1614, en die van meester Gerard de Beer en Aletta Booth, 1651
1541 Decreet van het Hof van Utrecht, waarbij Peter Bosch geëigend wordt aan een huis met nog vier kamers en stalling in het Nedereind van Jutphaas, toebehoord hebbende aan Philibert van Raveswaey, 1689 juli 17 i
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.069 gedigitaliseerd
totaal 18.873 bestanden
Bijlage
Regesten
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.069 gedigitaliseerd
totaal 18.873 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1284-1813
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorend aan de stad ('Bewaarde Archieven I'), 1284-1813 (1885)
Auteur:
S. Muller Fz.
Datering toegang:
1913
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
38,5 m
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.069 gedigitaliseerd
totaal 18.873 bestanden