Utrechtse Kronieken
sleutels tot de Utrechtse geschiedenis
Uw zoekacties: Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behoren...

708 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I') ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
708   Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I')
Inleiding
Oorspronkelijke inleiding
Bewerkingsgeschiedenis
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.069 gedigitaliseerd
totaal 18.873 bestanden
Inventaris
1. Archieven van de gilden, 1341-1798 (1883)
2. Archieven van de broederschappen, 1309-1657 (19e eeuw)
3. Archieven van de godshuizen en fundaties, 1307-1813 (1885)
4. Archieven van kloosters, 1284-1803
4.1. Toelichting
4.2. Mannenkloosters
4.3. Vrouwenkloosters
4.3.01. Begijnhof
4.3.02. Convent van St. Cecilia
4.3.03. Convent van St. Nicolaas
4.3.04. Brigittijnenklooster
4.3.05. Convent van St. Ursula
4.3.06. Convent van St. Agnes
4.3.07. Convent Jeruzalem
N.B. In de Nieuwe Weerd buiten Utrecht stond op het laatst der veertiende eeuw (1399) een kapelletje, waarin zich eene (destijds niet ongewone) afbeelding in steen van het Heilige Graf te Jeruzalem bevond. In de periode der moderne devotie kwam eene vrome vrouw Aecht Eerstendochter, door een visioen opgewekt, op het denkbeeld, om bij dit gebouw, zeker wel ter vereering van het Heilige Graf, een vrouwen-klooster te stichten. Zij slaagde er in, de kapel van de provisoren te koopen; in 1418 werd toen de bouw van het klooster aangevangen, en in het volgende jaar werd door den bisschop de verhouding tot den pastoor van St. Jacob geregeld. *  Daar de 'tempel of cloester tot Jerusalem' in 1439 vermeld wordt *  , is het duidelijk, dat de kapel van het H. Graf in het klooster bestaan bleef. De zusters, die tot de orde der reguliere kanunnikessen behoorden, werden besloten en sloten zich in 1424 bij het kapittel van Windescheim aan. In 1441 (11 april) werd eene nieuwe kapel van het klooster gewijd door den wijbisschop Johannes episcopus Corkagenis. * 
De ligging van het klooster buiten de stad maakte het voor de veiligheid der veste in geval van een beleg gevaarlijk, en men was daarom steeds op uit, het binnen de stad over te brengen. In 1483, bij het beleg door Maximiliaan, werd op St. Pieter en Paulusdag het gebouw door de burgers verband en het klooster tijdelijk overgebracht naar de herberg Egmond, waar het eenigen tijd gevestigd bleef. *  Maar in 1493 beraadslaagde de raad opnieuw met de 'zusters van Jherusalem, haer cloester binnen der stat te moegen brengen' *  , en inderdaad is toen (omstreeks 1495) de stichting voor goed overgebracht naar het stadshuis der adellijke familie Nyenrode op de Kromme Nieuwegracht ('die herberghe van Nieuwenrode'); eerst 19 jan. 1513 gaf echter de raad der stad den zusters officieel verlof, om zich blijvend op die plek te vestigen. De aangrenzende Gaesbeecksteeg, die naar het klooster Jeruzalemsteeg genoemd werd, bewaart nog de herinnering aan die vestiging. Dit klooster in de stad is afgebroken in 1632, de kapel in 1659. * 
1213 Akte, waarbij het generaal kapittel der Karthuizers het convent deel geeft aan alle missen, gebeden en verdere godsdienstige handelingen der Karthuizers, 1424 z.d. i
1214 Vergunning van het Linnenweversgild aan het convent om zijn eigen garen te weven, 1442 jan. 13 i
1215 Bevel van schout en gerecht aan het Vischkoopersgild, om de conventen van St. Nicolaas, St. Cecilia, Jeruzalem, Bethlehem en St. Agnes bij den afslag als koopers toe te laten, 1555 jan. 9 i
1216 Request van Willemtgen Willemsd. van Schoonhoven aan Burgemeesteren en Vroedschap, houdende verzoek om overschrijving van de prove, haar toegelegd uit de inkomsten van het convent, op hare zuster Weyntgen, 1626. Afschrift
1217 Instructie van den rentmeester der conventen Jeruzalem, Bethlehem en St. Brigitta, 1622
1218-1218 Rekeningen van het convent, 1584/85-1669/70
1219-1219 Acquitten, behoorende bij de rekeningen van den rentmeester, 1631/32, 1639/40, 1646/47-1647/48, 1650/51-1652/53, 1654/55-1655/56
1220 Restantcedul van het beheer van den rentmeester Adr. van Heurn over de conventen Jeruzalem, Bethlehem en St. Brigitta, 1671
1221 Gequitteerde mandamenten van betaling betreffende verschillende bedragen, door de erfgenamen van den rentmeester Dirck van Velthuysen in mindering van het slot van diens rekening te betalen aan zijn opvolger, 1644-1645
1221-x Quittantie van Frederik, heer van IJsselstein etc. voor de betaling van de koopsom van het huis in de Regenboog van St. Pieter, genaamd 'die herberghe van Nijwenroede' en van het huis daarnaast op den hoek van de Gaesbeecksteeg, door het convent aangekocht, 1493 juli 27 i
1222-1222 Akten, waarbij het klooster en Jacob Cruyzinck zich tegenover elkander verbinden tot nakoming van eene overeenkomst betreffende een goot en eenige muren, in 1495 gesloten tusschen het convent en Dirck Tant, die Jacob Cruyzinck's voorganger was in den eigendom van diens huis naast het convent aan de noordzijde van de Winssensteeg, 1522
1223 Transportakte betreffende een huis in de Heerenstraat, door den rentmeester van het convent overgedragen aan Gijsbert van der Woert, 1633 sept. 21 i
1224 Transportakte betreffende 1 morgen 4½ hont land, gelegen in een stuk land, genaamd die Merck, in de weide der stad Utrecht, groot 7 morgen 4½ hont, door Hendrick Trinde aan het convent overgedragen, 1458 dec. 20 i
1225-1225 Eigendomsbewijzen van de helft van 2 morgen land van het convent te Westraven, 1521
1226-1226 Eigendomsbewijzen van 7 morgen land van het convent te Schalkwijk, 1429-1521. Hierbij eenige eigendomsbewijzen d.d. 1427-1429 van 3 morgen land te Schalkwijk, in 1506 tegelijk met de 7 morgen overgedragen, doch later niet mede aan het convent gekomen
1227-1227 Eigendomsbewijzen van 4½ morgen land van het convent aan de Meern onder Veldhuizen, 1468
1228 Gerechtelijke transportakte betreffende 6 morgen land in den Herdden-camp te Romd in het gerecht van Deil, door Otte van Asperen en van Vuern aan het convent overgedragen, 1458 dec. 21 i
1229 Transportakte betreffende een de(rdedeel?) van 12 morgen land bij Schiedam en (8) morgen land in Bergambacht, door het Regulieren-convent van St. Michiel in den Hem Bij Schoonhoven aan het convent Jeruzalem overgedragen, 1434 dec. 13 i
1230 Transportakte betreffende 17 morgen 92 roeden en 10 voet veen van de Friese veenen, door Anthonis van Cuyck als erfgenaam onder benefice van inventaris van Johan Bolle aan de crediteuren van den boedel, waaronder het convent Jeruzalem, ter voldoening hunner vorderingen overgedragen, waarvan 2 morgen 42 roeden en 1½ voet worden overgedragen aan het convent, 1579 juli 13 i
1231 Akte, waarbij Thiman van Cuyck als erfgenaam onder benifice van inventaris van zijne moeder Elizabeth van Moerendael, aan zuster Anna Henrick Schuts, priorin van het convent, haar aandeel in de erfenis van genoemde Elizabeth van Moerendael overdraagt, waaronder verscheidene veenen in Opsterland en Schoterland, 1588 febr. 6 i
1232 Huurcedul betreffende 2½ hont 27½ roeden land van het convent in de Nieuwe Weerd, 1505 sept. 23 i
1233-1233 Huurcedullen betreffende 15 morgen land van het convent in 't Gein, 1558, 1567
1234 Proces-verbaal van de comparitie voor het Hof van Utrecht van Jacob Peterss. die Leech, waarbij deze als bindend erkent een huurcedul d.d. 1562 betreffende twee door hem van het convent gehuurde perceelen land van 9 en 12 morgen te Oostveen aan de After-wetering, 1566 juni 17 i
1235-1235 Huurcedullen betreffende 7 morgen land van het convent te Schalkwijk, 1523, 1529
1236 Renversaal betreffende een hofstede en huis van het klooster van Windesheim in de Nieuwe Weerd aan de gracht tusschen de Oude en de Nieuwe Weerd, door dit klooster in erfpacht gegeven aan Willam Jan Grietensoens-soen, 1436 febr. 21 i
1237 Renversaal betreffende een hofstede en huis van het klooster van Windesheim in de Nieuwe Weerd aan de straat naar Bethlehem, door dit klooster in erfpacht gegeven aan Willam Janssoen, 1436 febr. 21 i
1238 Gerechtelijke erfpachtbrief betreffende eene hofstede in de Nieuwe Weerd, door het klooster van Windesheim uitgegeven aan Herman Heinricszoen, 1459 okt. 9 i
1239 Erfpachtbrief betreffende de uitgifte in erfpacht door het Domkapittel aan de conventen Jeruzalem en Bethlehem van 9 morgen land in de Nieuwe Weerd, deel uitmakende van het goed ten Nyenweerde, in het geheel groot 12 morgen, waarvan de overige 3 morgen reeds door het convent Jeruzalem van het kapittel in erfpacht gehouden worden, 1563 aug. 13 i
1240-1240 Erfpachtbrieven betreffende 8 morgen land van het convent te Polsbroek, 1503-1626. Hierbij eene verklaring van schout en schepenen van de zuidzijde van Polsbroek, betreffende het recht van Neeltien Ewouts-dochter op de erfpacht van de helft dezer 8 morgen, 1619
1241 Vidimus van den officiaal van de bisschop van eene akte, waarbij het convent erkent van Geertruyt Jan Jansz. weduwe ontvangen te hebben de som van 300 schilden, als zekerheid voor de betaling van den canon van 8 morgen land te Bergambacht, door het klooster aan haar in erfpacht uitgegeven, 1505 i
1242-1242 Leenbrieven betreffende een tiend van 9 hoeve land onder Neder Raven aan de westzijde van den Rijn, door het convent in leen gehouden van den heer van Brederode, 1484-1558. Hierbij machtiging van den sterfman van het klooster, Adryaen Ram, op Herman van der Vecht, om de leenweer van dezen tiend ten behoeve van het convent te verzoeken. 1584
1243 Executoriaal betreffende een vonnis, gewezen door den Grooten Raad in een proces tusschen het convent en den heer van Breederode, 1555 sept. 20 i
1244 Renversaal betreffende 1/6 van den grooten tiend te Avezaath, door het convent in huur uitgegeven van Roeloff van Delft en Johan van Wynsen, 1572 mrt. 20. Met stadbrief, waarbij verschillende getuigen ten verzoeke van het convent verklaren, dat deze verhuring in hunne tegenwoordigheid op de in het renversaal vermelde voorwaarden heeft plaats gehad, 1580 sept.20 i
1245 Verklaring van het kapittel-generaal der Windesheimse congregatie, waarbij het convent van de betaling van alle achterstallige contributiën ontslagen en voor het vervolg op halve contributie gesteld wordt, 1570
1246 Gerechtelijke transportakte betreffende eenige bij loting aan het convent toegewezen renten, waarvan twee gaande uit huizen in de Lauwerstraat, door het St. Bartholomeus-gasthuis overgedragen aan het convent, 1521 mrt. 21 i
- Akte van ontvangst door het convent Jeruzalem te Utrecht van Berent van Tyel, deken van het kapittel van S. Marie te Utrecht, als testamenteur van de nalatenschap van zijn zuster Mechtelt van 25 Rijns guldens, uit handen van Berents nicht Marghareten van Lenenberch, echtgenote van Henrick van Lenenberch, met een verklaring dat voornoemde 25 Rijns guldens uitgezet zijn in een plecht op de goederen van Derick Tant, dat ze na aflossing daarvan opnieuw uitgezet worden en dat de op-brengsten aangewend zullen worden voor Mechtelts nagedachtenis, 1499 sept. 21
1247-1247 Rentebrief van 3 pond en 4 schellingen, door Ghelmer....ker Korstgenssoen verschuldigd aan Johan Ryem en Elborch, zijne zuster, uit een huis op het Heilige Leven achter St. Jan, 1446. Hierbij een transportakte betreffende dit huis, 1419
1248 Transportakte betreffende eene rente van 6 Filipsguldens uit een huis onder de Schuitenmakers en een van 3 Rijnse guldens uit een huis aan de Vuilesloot, door Gijsbert zoon van Marthyn Hoeyer en zijne drie zusters aan het convent overdragen, 1520 aug. 7 i
1249 Akte, waarbij het kapittel van Oudmunster aan het convent verkoopt verschillende renten, die het heeft uit 9 morgen land van het convent te Odijk en uit eenige huizen van het convent in de Heerenstraat, 1525 aug. 9 i
1250 Stadbrief, waarbij Gerrit van Rynevelt Gerritssoen verschillende testamentaire beschikkingen maakt en o.a. aan het convent vermaakt eene rente van 6 en een van 5 guldens, welke gevestigd zullen zijn op een huis aan de oostzijde der Oudegracht tusschen de Hamburger- en de Gaard-bruggen, 1567 dec. 18 i
708 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I')
Inventaris
4. Archieven van kloosters, 1284-1803
4.3. Vrouwenkloosters
4.3.07. Convent Jeruzalem
1250
Stadbrief, waarbij Gerrit van Rynevelt Gerritssoen verschillende testamentaire beschikkingen maakt en o.a. aan het convent vermaakt eene rente van 6 en een van 5 guldens, welke gevestigd zullen zijn op een huis aan de oostzijde der Oudegracht tusschen de Hamburger- en de Gaard-bruggen, 1567 dec. 18
Datering:
1567 dec. 18
Reden geen uitleen:
Het stuk is digitaal beschikbaar
Omvang:
1 charter

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 30-05-2016
1 gedigitaliseerd
1251 Plechtbrief, door Adriaen Hendrickss. van Cuylenburch gevestigd op zijn huis aan de oostzijde der Oudegracht bij de Smeebrug, ter verzekering van eene aan het convent verschuldigde rente van 20 guldens, 1618 aug. 5 i
1252 Plechtbrief, door Adriaen van Bilsen gevestigd op zijn huis in de Jeruzalemsteeg, ter verzekering van eene aan het convent verschuldigde rente van 12 guldens 10 stuivers, 1633 aug. 17 i
1253-1253 Gerechtsbrief van Leeuwen, waarbij Beerte van Delfft, weduwe van Harman van de Pooll, verschillende beschikkingen maakt, en o.a. aan het convent Jeruzalem opdraagt eene rente van 13 Brabantse guldens, welke zal gaan uit 8 morgen land onder Dreumel en 5 morgen onder Wamel en waarvan 6 guldens zullen vervallen bij den dood van haar dochter, die in het convent is opgenomen, terwijl de overblijvende 7 guldens alsdan losbaar zullen zijn met 100 guldens, 1513. Afschrift. Met gerechtsbrief van Wamel en Dreumel, waarbij Beerte van Delfft de genoemde 8 en 5 morgen land aan het convent opdraagt en deze wederom voor 13 Brabantse guldens in erfpacht ontvangt, 1513
1254 Stukken betreffende een aan de uitspraak van gecommitteerden van het landschap Gelre onderworpen geschil tusschen het convent en Ghijsbert en Herbert van de Poll over aan het convent verschuldigde achterstallige pacht van 8 morgen land onder Dreumel, 1538
1255 Stadbrief, waarbij de stad aan het convent verkoopt eene lijfrente van 45 pond ten lijve van Margriet, dochter van Heynrick Scut, 1534 okt. 9 i
1256 Rentebrief van 9 guldens 's jaars, door Peter Janss.aan het convent verschuldigd, 1556 jan. 8 i
1257 Rentebrief van 6 guldens 's jaars, door Aert Pauwelssoen aan het convent verschuldigd, 1568 april 22 i
1258 Akte, waarbij Jan Top erkent schuldigd te zijn aan het convent en zijne daarin opgenomen schoonzuster Cornelia, dochter van Coenraet Lauwerman eene losrente van 1 gulden en eene lijfrente van 4 guldens ten lijve van genoemde Cornelia, waarvan de losrente gedurende haar leven aan Cornelia en daarna aan het convent en de lijfrente aan het convent en Cornelia ieder voor de helft zal ten goede komen, 1577 nov. 29 i
1259-1259 Rentebrieven van het convent ten laste van de stad Utrecht, 1627-1639
1260 Rentebrief ten laste der provincie Utrecht, uitgegeven aan Frederick Ruysch en door dezen blijkens transport in dorso in 1632 aan het convent overgedragen, 1628 april 25 i
1261 Gerechtsbrief van de Nieuwe Weerd, waarbij de conventen Jeruzalem en Bethlehem geëigend worden aan eene hofstede aldaar, in erfpacht gehouden door de St. Barbara-broederschap in de St. Jacobskerk, wegens wanbetaling van eene daaruit gaande rente van 1 pond, 1487 dec. 24 i
1262 Executoriaal betreffende een vonnis van den officiaal van den aartsdiaken ten Dom, waarbij Maria, weduwe van Claes Willemss. van Anxtel c.s. veroordeeld worden tot betaling aan het convent van de achterstallige termijnen van eene rente van 32 stuivers, 1450 nov. 27 i
1263 Rentebrief van 4 guldens 's jaars, door het convent verschuldigd aan Jan Tulman ter zake van den aankoop van vier kamers achter het convent, 1514 april 1, met quittantie voor de aflossing in dorso, 1529 i
1264 Rentebrief van 9 guldens 's jaars, door het convent verschuldigd aan de broederschap van het Heilige Graf ter zake van den aankoop van een huis en boomgaard in de Nieuwe Weerd, 1556 april 6, met quittantie voor de aflossing in dorso, 1558 i
1265 Akte, waarbij Frederik Schenk van Toutenburg, aartsbisschop van Utrecht, aan Johannes van Wee met toestemming van het convent uit de goederen van het convent eene rente van 20 guldens toelegt, ter zake van de resignatie eener vicarie, 1564 juni 21, met kwijtschelding door Johannes van Wee in dorso i
1266 Akte, waarbij de Armenpot van St. Jacob erkent ontvangen te hebben van Henric Merre de helft van een viertel veen en veld in Westbroek en 8 morgen land in Kamerik, onder voorbehoud van vruchtgebruik ten behoeve van den schenker en met bepaling, dat na diens dood 2/3 van de opbrengst uitgereikt zal worden aan het convent Jeruzalem, 1476 febr. 20 i
1267 Stadbrief, waarbij Claes Goyertss. al zijne goederen vermaakt aan het convent en het St. Bartholomeus-gasthuis, onder voorbehoud van lijftocht ten behoeve zijner vrouw, 1516 okt. 21. Met stadbrief, waarbij het convent en het gasthuis in de nalatenschap worden ingeleid, 1519 febr. 28 i
4.3.08. Convent Bethlehem
4.3.09. Convent van St. Maria Magdalena
4.3.10. Convent van St. Anna
4.4. Stukken waarvan onduidelijk is tot welk kloosterarchief ze behoren
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.069 gedigitaliseerd
totaal 18.873 bestanden
Bijlage
Regesten
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.069 gedigitaliseerd
totaal 18.873 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1284-1813
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorend aan de stad ('Bewaarde Archieven I'), 1284-1813 (1885)
Auteur:
S. Muller Fz.
Datering toegang:
1913
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
38,5 m
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.069 gedigitaliseerd
totaal 18.873 bestanden