708 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I') ( Het Utrechts Archief )
708
Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I')
Inleiding
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.070 gedigitaliseerd
totaal 18.992 bestanden
Inventaris
4. Archieven van kloosters, 1284-1803
4.3. Vrouwenkloosters
4.3.04. Brigittijnenklooster
N.B. Onder de zusterhuizen, die te Utrecht gesticht zijn door den invloed van Wermbout van Buscop, wordt ook geregeld genoemd het huis der 'magheden tot Onser Vrouwen bi den Wingaert', juister gezegd: 'bi Onser Vrouwen gasthuys in den Wingaert'. * De zusters worden steeds vermeld na St. Cecilia en de Elfduizend maagden, maar vóór St. Agnes: haar huis is dus denkelijk gefundeerd in den tijd tusschen de stichting van St. Ursula en die van St. Agnes. Met deze tijdsbepaling komt het nagenoeg overeen, dat het gesticht voor het eerst vermeld wordt in het Raads dagelijksch boek van Woensdach na Beloken Paschen 1407. * De zusters behoorden tot de derde orde van St. Franciscus * ; in 1444 blijken zij 'besloten' te zijn en dus de clausuur te hebben aangenomen. *
De zusters woonden toen op twee hofsteden naast Onser Vrouwen-kapel in den Wijngaert,-een gasthuis, dat in 1360 gesticht was in de Oudelle * , en dat dus later aan de Nieuwegracht was komen te liggen; in 1447 vinden wij ze in onderhandeling met de beheerders der gasthuiskapel, om ook die gebouwen voor zich te verkrijgen. * Dit mislukte evenwel; want blijkens een charter van 1 februari 1448 namen de zusters toen van het kapittel van Oudmunster in erfpacht drie huizen in de straat 'tot Onser Vrouwen capelwairt in den Wijngaert' (d.i. dus in de Brigittenstraat) * ; uit een charter van 1486 * blijkt, dat de zusters toen op dit erf op den hoek der Campstraet eene kapel hebben gebouwd, die O. L. Vrouw in die Zonne heette.
Jarenlang hebben de zusters hare nieuwe kapel rustig kunnen gebruiken; maar in 1484 kwam er eene groote verandering. * De zusters van Onze Vrouw in de Zon sloten zich toen aan bij de nieuwe kloosterorde van St. Brigitta; twee kloosters, een mannen- en een vrouwenklooster werden ingericht, die naast elkander, doch natuurlijk geheel afgescheiden, zouden staan. * De kloosterkapel en het terrein van het gesticht werden toen te klein; men kwam dus terug op de oude plannen van 1447, die thans gelukten. Den 8en januari 1486 vernemen wij, dat de leden der beide conventen thans van de beheerders der kapel van O.L. Vrouw in den Wijngaert aan de Nieuwegracht verkregen hadden de gasthuiskapel met de bijbehoorende terreinen en gebouwen, terwijl het gasthuis zou worden overgebracht naar de oude kloosterkapel van O.L. Vrouw in de Zon in de Brigittenstraat, waarbij nog een huis zou worden aangebouwd. De overeenkomst werd door het kapittel van Oudmunster bekrachtigd * , en weldra is toen de oude gasthuiskapel zeker uitgebouwd tot het groote gebouw met transept, dat wij opmerken op den plattegrond der stad van Braun. *
Vóór 1488 was 'Sinte Brigitten-cloester gefundeert in dat susterhuis' * : de hervorming was dus voltrokken. Later, in 1521, verlangden 'die gemeene joffrouwen ende susteren van den convente van Sinte Brigitten besloten te worden' * ; maar of het daartoe gekomen is, blijkt niet. Wel weten wij, dat het Brigitten-klooster bekend was door zijne aflaten. *
De reformatie bracht natuurlijk groote veranderingen ook voor dit convent. Het begon reeds in 1573, toen de bewoners van het andere Brigittijnen-klooster, Mariënburg onder Soest (ook een dubbelklooster), er zich vestigden en jarenlang bleven. * Maar spoedig werd het veel erger: in 1583 kregen de schutters verlof om in den tuin schijf te schieten, en mettertijd (1588) werd zelfs de mannenafdeeling van het klooster ingericht als schuttersdoelen. * Nog kwamen er nieuwe gasten in de uitgestrekte kloostergebouwen. Den rederijkers werd in 1619 vergund te spelen in de bovenkerk * (het dubbelconvent had blijkbaar de kapel door eene verdieping ingericht tot dubbelkerk), en in 1629 werd ook de Aalmoezenierskamer in den reventer van het klooster ingekwartierd. * Ondertusschen was reeds in 1584 het koor der kapel verkocht en afgebroken * , en volgens resolutie der Vroedschap van 31 december 1642 werd ook de geheele kerk verkocht, die bij transport van 19 oktober 1648 werd overgedragen. Tegelijk werden toen de gebouwen langs de gracht afgebroken en door partikuliere huizen vervangen.
1097-1097 Eigendomsbewijzen van een aan het convent toebehorenden kamp land van 4 morgen, genaamd den Noert, te Baarn, 1436, 1468
708 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorend aan de stad ('Bewaarde archieven I')
Inventaris
4. Archieven van kloosters, 1284-1803
4.3. Vrouwenkloosters
4.3.04. Brigittijnenklooster
1097-1097
Eigendomsbewijzen van een aan het convent toebehorenden kamp land van 4 morgen, genaamd den Noert, te Baarn, 1436, 1468
Datering:
1468
Omvang:
2 charters
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 03-05-2019
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.070 gedigitaliseerd
totaal 18.992 bestanden
Bijlage
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.070 gedigitaliseerd
totaal 18.992 bestanden
Kenmerken
Datering:
1284-1813
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorend aan de stad ('Bewaarde Archieven I'), 1284-1813 (1885)
Auteur:
S. Muller Fz.
Datering toegang:
1913
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
38,5 m
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 28-03-2024
5.636 beschreven archiefstukken
2.070 gedigitaliseerd
totaal 18.992 bestanden