Het Karmelieten-klooster is gesticht in 1468 op den grond van het St. Aechten-gasthuis, dat door de stad Utrecht aan de nieuw orde geschonken werd en waarop deze zelf eene kapel moest bouwen.Matthaeus, Fundationes, p.341. In 1529 moesten de Karmelieten echter op aandringen van Karel V hun klooster inruimen aan de Johanniters, wier klooster gebruikt was voor den bouw van de citadel VredenburgMatthaeus, Fundationes, p. 346 e.v.; zij verkregen toen de parochiekerk van St. Nicolaas en bouwden daarbij een nieuw klooster.
De Karmelieten waren te Utrecht steeds weinig talrijk en armBuchelius, 'Traiecti Batavorum descriptio', p. 206.; in de kloosterkapel werd St. Anna door eene broederschap vereerd.Zie de stukken in den inventaris van de archieven der broederschappen hiervoor, nrs. 360 en 361.
In 1582 werden de Waalse wevers uit het Predikheeren-klooster naar het Karmelieten-kloosters overgebracht; zij moesten echter reeds in het volgende jaar weder vertrekken, omdat het pand toen werd afgebrokenKronijk Hist. Gen. XXI, p. 549-550, 553.; de rest van het gebouw werd bij raadsbesluit van 5 juli 1585 overgedragen aan de kerkmeesters van St. Nicolaas, die het in 1604 weder overdroegen aan de executeurs van Mr. Evert van de Poll; er werd toen een werkhuis ingericht, dat er echter slechts tien jaren bleef.Rekening kerkmeesters St. Nicolaas, 1605/06; Van de Water, Placcaatboek III, p. 549, transport van 21 november 1615. Het archief van het klooster werd bij de opheffing in 1585 mede aan kerkmeesters der St. Nicolaaskerk overgedragen.