216 Domkapittel te Utrecht ( Het Utrechts Archief )
216
Domkapittel te Utrecht
Inleiding
laatste wijziging 20-02-2024
12.531 beschreven archiefstukken
9.552 gedigitaliseerd
totaal 235.742 bestanden
Inventaris
6. Prelatuurschappen, Vicarieën en Officies
6.14. De vicarieën
6.14.32. De Gemene vicarissen
216 Domkapittel te Utrecht
Inventaris
6. Prelatuurschappen, Vicarieën en Officies
6.14. De vicarieën
6.14.32.
De Gemene vicarissen
NB:
De vicarissen trokken gemeenschappelijk inkomsten uit presentiegelden (zie het statuut van 1319 bij Wstinc, Rechtsboek p. 188) en enkele bezittingen en fundaties. In de rekeningen van de Kleine Kamer voor 1536 worden de uitgaven voor presentiegelden aan kanunniken en koorgezellen samengevat. Van 1536 af komt er een post voor wegens een uitkering aan de plumbarius sociorum of borddrager, wiens specificatie niet wordt ingevoegd, maar naar wiens schedula wordt verwezen. De borddrager of ministrator presentiarum vicariorum was met een de beheerder van de goederen en renten van deze vicarissen totdat deze aan het kapittel overgingen, wat in 1692 plaats had. De fundaties, die in de rekeningen van deministrator voorkomen, zijn elf in getal. Vier ervan geven aan de vicarissen een uitkering uit de domfabriek, drie andere een uitkering uit de Kleine Kamer, terwijl de andere vier hun respectievelijk renten uit een huis, renten uit land te Zegveld en uit een huis, pacht uit land te Hagestein en rente van het Dortse kapittel bezorgen. Zie ook nrs. 294-1-294-2 (Op 18 en 25 november 1586 veranderde het kapittel de wijze van de verdeling van de presentatiegelden door de kanunniken, zie Rechtsboek p. 170 noot. Voor de vicarissen is van gewicht een statuut van 27 oktober 1623 (naar aanleiding van klachten van enige van hen, dat de weinige die de rang van priester bezaten, de inkomsten van sommige fundaties met uitsluiting van anderen onder elkaar verdeelden, hetgeen in strijd was met de plakkaten van de Staten), houdende dat inkomsten van alle fundaties voortaan zouden worden genoten door de vicarissen, die hun beneficies zes jaren lang, te rekenen van hun emanicipatie of ouderdom van achttien jaar, hadden bezeten en dan over elke maand, waarin zij zich op de eerste maandag tussen een en drie uur voor het Kleine kapittelhuis van de Dom hadden vertoond. Dat eveneens de fundaties in het Nieuwe werk, die tevoren alleen voor de prie
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 03-05-2019
52 gedigitaliseerd
totaal 408 bestanden
laatste wijziging 20-02-2024
12.531 beschreven archiefstukken
9.552 gedigitaliseerd
totaal 235.742 bestanden
Bijlage
laatste wijziging 20-02-2024
12.531 beschreven archiefstukken
9.552 gedigitaliseerd
totaal 235.742 bestanden
Kenmerken
Datering:
1220-1811
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het kapittel van de Dom te Utrecht (722) 1220-1811 (1841)
Auteur:
K. Heeringa
Datering toegang:
1929
Datering bewerking:
2003
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
942 charters; 124 bladen kaarten; 22 bladen tekeningen; 170,28 m oude verpakking
Rubrieken:
laatste wijziging 20-02-2024
12.531 beschreven archiefstukken
9.552 gedigitaliseerd
totaal 235.742 bestanden