bestand: 
resultaat: 
216Domkapittel te Utrecht
52-aLiber donationum, cartularium over 722-1333 met met name keizerlijke giftbrieven, met twee Utrechtse kronieken. Afschrift, midden 15e eeuw
Bestandnaam:
NL-UtHUA_A55581_000155.jpg
Datering:
midden 15e eeuw
Reden geen uitleen:
Het stuk is digitaal beschikbaar
NB:
Het cartularium wordt ook wel aangeduid als het 'Liber Donationum imperialium IV' of het 'Leidse cartularium'. Voor de overlevering van het Liber donationum: S. Muller Fz., Het oudste cartularium van het Sticht Utrecht (Werken van het Historisch Genootschap 3e serie, nr. 3) (Den Haag 1892). De beide kronieken betreffen: de Bella campestria inter episcopus Trajectenes et comites Hollandie (fo. 72r e.v.) en de Quedam narracio de Groninghe, de Trenthe, de Covordia et de diversis aliis sub diversis episcopis Traiectensibus (fo. 75r e.v.). Deze kronieken zijn uitgegeven door resp. S. Muller Fzn. in de Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap XI blz. 497 e.v. en door H. van Rij, Een verhaal over Groningen, Drente, Coevorden etc. (Hilversum 1989)
Omvang:
1 deel
Nadere toegang:
Datering:
midden 15e eeuw
Pagina:
72v
Volgnummer:
155 van 193
Duurzaam webadres
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

Linkerkolom
De primo bello
Animadvertendum est, secundum
quod in antiquis annalibus per-
pendi potest, septem cruente depo-
pulacionis inter Traiectenses et Hol-
landienses fuisse prelia, in quibus episcopi
et comites corporali affuerunt presencia,
exceptis aliis incursionibus, per
marescaldos Traiectenses et balivos
Hollandienses sepius alterutrum com-
missis, que bella campestria mini-
me reputantur.

Tempore namque domini
Hongeri, Traiectensis episcopi undecimi,
comitatus Hollandie exordium
habuit a Karolo Calvo Francorum
rege, qui anno Domini DCCCo LXIIIo XV-
IIo kal. iulii largitus est cuidam The-
oderico viro nobili et probo, ad instan
ciam comitis Haganonis, primo
comitatum in Hollandia per paginam
privilegii anulo regio consignatam,
ut contra Danos vice regia tamquam
propugnator imperterritus diuturnas
muniret excubias; Dani enim
iampridem Traiectensem, Dorestatum
et omnes provincias circa limbum maris
occidui crudelissime depopula-
verant.

Hic Theodericus eiusque
filius eiusdem nominis, primordiales
Hollandie comites ac fundatores
monasterii Egmondensis, honori-
fice annis centum et viginti quinque Hol-
landiensem regentes provinciam
veluti gloriosi principes, tenuerunt
pacem populo et ecclesie Traiectensi, que
pacis amicicia usque Theodericum
quartum Hollandie comitem ac A-
dalboldum Traiectensem vicesimum

Rechterkolom
perduravit episcopum. Habuit enim
idem episcopus quendam comitem
in vasallum, qui Theodericus Ba-
ve dictus est, circa horas Reni be-
neficiatus. Hic se contradictorium ex-
hibuit Theoderico comiti Hollan-
die supradicto; quamobrem idem
Hollandie comes antenominatum The-
odericum Bave a suis dominacionibus
eieciens fecit exulem et fugacem, qui mox
eiectus episcopi requisivit patrocinium.
Episcopus autem hec egre ferens, proposu-
it vasallum suum possessionibus su-
is restituere coadunavitque exerci-
tum validum adversus Theoderi-
cum Hollandie comitem.

Theode-
ricus vero comes cum fratre suo Sicco-
ne miles acerrimus, quorum avus
ex parte matris fuit imperator Con-
stantinopolitanus dictus Theopha-
nus, e contrario roboratum attraxit
exercitum. Et commisso in invicem
gravi prelio anno Domini Mo XVIIIo
quinto ydus julii, convenerunt
ex parte Traiectensi hii nobiles vi-
riliter decertantes, scilicet Wedgerus
advocatus ecclesie, Wilringus et
Godezo comites, Lanzo, Aldge-
rus, Suafherus cum multis alliis
approbatis armigeris.

De secundo
bello
CXXXVIII. * 
Secundum
utique bellum pro vindicta pre-
dictorum armigerorum et principum
occisorum traxit originem, quod tamen
occulto Dei iudicio magis obfu-
it quam profuit, quoniam idem episcopus et ar-
migeri Traiectenses hoc gravi in-

Vertaling

Linkerkolom
De eerste oorlog
Laat ik jullie een verhaal vertellen. Zoals men in oude annalen kan lezen zijn er tussen de Utrechters en de Hollanders zeven bloedige veldslagen uitgevochten waarbij de bisschoppen en graven lijfelijk, in persoon dus, aanwezig waren. Er zijn ook wel andere schermutselingen geweest tussen de Utrechtse maarschalken en de Hollandse baljuws onderling, maar die kunnen we niet echt als 'veldslagen' betitelen.

In de tijd van heer Hunger, de elfde bisschop van Utrecht, werd het graafschap Holland gegrondvest. Karel de Kale, koning der Franken, gaf op voorspraak van graaf Hagano in het jaar 863, op de 17de kalende van juli aan Dirk, een edel en dapper man, een graafschap in Holland. *  Dat deed hij door middel van een met een koninklijk zegel bekrachtigde oorkonde, opdat hij als onverschrokken voorvechter in 's konings plaats versterkingen tegen de Denen zou optrekken; de Denen immers hadden reeds eerder Utrecht, Dorestad en alle kustprovincies met moord en doodslag geplunderd.

Deze Dirk en zijn zoon met de zelfde naam waren de eerste Hollandse graven en de stichters van het klooster van Egmond. Zij hebben het Hollandse gebied gedurende 125 jaar als hoogstaande vorsten geregeerd en leefden in vrede met het volk en de kerk van Utrecht. Deze vrede heeft geduurd tot aan Dirk, de vierde graaf van Holland en Adelbold, de 20ste bisschop van Utrecht. * 

Rechterkolom
Bisschop Adelbold had een graaf tot vazal die Dirk Bave heette en beleend was met een gebied aan de grens van de Rijn. *  Hij verzette zich tegen Dirk III, de graaf van Holland. Daarom heeft graaf Dirk deze Dirk Bave van zijn bezit ontvallen verklaard en hem laten verbannen. De verjaagde Dirk verkreeg daarop bescherming van de bisschop. De bisschop was zeer misnoegd en was van plan zijn vazal in diens bezittingen te herstellen en bracht daartoe een leger bijeen tegen graaf Dirk van Holland.

Graaf Dirk heeft toen op zijn beurt met zijn broer Sicco, een onverschrokken ridder (hun grootvader van moeders kant heette Theophanus en was keizer van Constantinopel), een sterk leger bijeengebracht. Nadat van beide zijden een hevige strijd was aangegaan in het jaar ons Heren 1018 op de 5de idus van juli, *  kwamen aan Utrechtse zijde in een manhaftige strijd de volgende edelen om: Wedger, de kerkvoogd, de graven Wilringus en Godezo, Lanzo, Aldger en vele andere dappere wapenknechten.

De tweede oorlog
De tweede oorlog begon uit wraak voor de gesneuvelde edelen en wapenknechten, maar verliep door een duister oordeel Gods eerder nadelig dan voordelig. De bisschop en de Utrechtse krijgers, traden,

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen